Ik ben Anne Lorein, ik ben predikant. Als predikant wil ik een tolk, een bruggenbouwer en een coach zijn. Een metgezel ook, iemand die samen met je op weg gaat. Een beetje zoals in het Bijbelverhaal van de Emmaüsgangers.
Veel van mijn werk gaat over verbinding. Ik verbind het leven van mijn gemeenteleden met Gods Woord: wat staat er in de Bijbel en hoe kunnen wij dat toepassen in ons leven van alledag?
Het is fijn om als dominee het mooie in mensen te ontdekken. Als ik zie hoe verschillend God ons allemaal heeft gemaakt, geniet ik enorm. Ik vind het mooi om als een soort coach met anderen op te trekken en samen iemands gaven en talenten te ontdekken. Ook zoek ik graag naar de plek waar die talenten het beste tot hun recht komen. Is dat in de kerk of misschien daarbuiten?
Net als mensen maken bloemen mij ook blij. Bloemen in huis maken me gelijk vrolijk als ik de woonkamer binnenkom. Bloemen stellen mij ook gerust. Ze zijn kwetsbaar en tegelijk ontzettend mooi.
Als God al zo goed voor die bloemen zorgt, dan kijkt Hij ook zeker om naar mij.
Voor mij is het belangrijk dat ik mij geroepen weet om predikant te zijn. Mijn weg naar het predikantschap was lang en soms best een worsteling. Ik kom uit België waar het niet gebruikelijk is dat vrouwen predikant zijn. In eerste instantie vond ik zelf ook dat ik als vrouw geen dominee kon worden.
Nu ben ik ervan overtuigd dat ik wél dominee kan zijn. Toch was de weg naar het predikantschap geen gemakkelijke. Ik moest emigreren van België naar Nederland en mijn familie en netwerk achter me laten. Daarom was voor mij het besef dat ik geroepen ben extra belangrijk.
Uitkijken naar eigen gemeente
Toen ik nog geen eigen gemeente had, ging ik geregeld voor in kerkdiensten. Ik genoot ervan om voor of na de dienst een praatje te maken met de bezoekers. Nu ik sinds kort een eigen gemeente heb, is dat nog veel fijner. Ik leer de mensen kennen en samen gaan we op weg. Daar heb ik lang naar uitgekeken.
Ik ben heel dankbaar dat ik tijdens mijn theologie-opleiding de tijd kon nemen om mij in moeilijke vraagstukken te verdiepen. Mijn opleiding helpt mij om de gemeente te stimuleren tot groei. Een predikant is vaak degene die het overzicht houdt: wat is onze visie, waar zijn we naar op weg en hoe krijgen we iedereen mee?
In mijn gemeente probeer ik in de gaten te houden dat we samen de focus op God leggen. Soms denken we dat we bezig zijn met God groter maken, maar als we goed op onszelf reflecteren ontdekken we dat we vooral tijd besteden aan het neerzetten van een mooi programma of het aantrekken van nieuwe mensen.
Het blijft een uitdaging om God op de eerste plek te zetten.
Die uitdaging kom ik ook tegen in mijn eigen leven, het is zo menselijk om God niet op de eerste plek te zetten. Toch is het mijn opdracht als predikant om Gods Woord bij de mensen te brengen. Ik wil met mijn gemeenteleden op weg gaan, in moeite en verdriet maar ook in blijdschap. Zo probeer ik God bij ieders verhaal te betrekken en mensen te laten zien hoe zij passen in het grote verhaal van God.
Zelf heb ik het nodig dat ik elke keer opnieuw stil sta bij God en mij realiseer dat God degene is die aan het werk is. In alles wat ik doe ben ik afhankelijk van Hem. Dat besef helpt mij om mijzelf niet te veel gewicht toe te kennen, om dingen los te laten en situaties in het juiste perspectief te zien. Ik mag alles in Gods handen leggen.